Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1102, 21/01161

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-04-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1102, 21/01161

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
5 april 2023
Datum publicatie
24 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:1102
Formele relaties
Zaaknummer
21/01161
Relevante informatie
Art. 6:5 Awb, Art. 6:6 Awb

Inhoudsindicatie

Voorlopige aanslag zuiveringsheffing. De uitspraak op bezwaar is voldoende gemotiveerd. Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat een aanvulling op het oorspronkelijke bezwaarschrift is verzonden. De heffingsambtenaar hoefde belanghebbende niet in de gelegenheid te stellen om het bezwaar nader te motiveren. Er is sprake van een summier gemotiveerde aanslag en de heffingsambtenaar heeft het bezwaar ontvankelijk geacht. De heffingsambtenaar heeft voldoende inzicht verschaft in de ramingen van de baten en lasten van de zuiveringsheffing.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Nummer: 21/01161

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant (hierna: de rechtbank) van 4 augustus 2021, nummer SHE 20/2729, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van Waterschap de Dommel,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft een voorlopige aanslag zuiveringsheffing voor het jaar 2020 opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 9 februari 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] .

1.6.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak [adres] in [plaats] (hierna: de onroerende zaak).

2.2.

De heffingsambtenaar heeft met betrekking tot de onroerende zaak een voorlopige aanslag zuiveringsheffing opgelegd van € 2.478 (hierna: de aanslag).

2.3.

De aanslag is vastgesteld naar 50 vervuilingseenheden en een tarief van € 49,56 per vervuilingseenheid.

2.4.

Belanghebbende heeft op 5 mei 2020 bezwaar gemaakt. Belanghebbende heeft op 10 augustus 2020 de heffingsambtenaar in gebreke gesteld.

2.5.

De heffingsambtenaar heeft de aanslag bij uitspraak op bezwaar van 24 augustus 2020 gehandhaafd.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

  1. Heeft de heffingsambtenaar de uitspraak op bezwaar voldoende gemotiveerd?

  2. Heeft de heffingsambtenaar belanghebbende ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld een verzuim te herstellen?

  3. Is de opbrengstlimiet overschreden?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de aanslag. De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing