Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-08-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2697, 22/00353 tot en met 22/00355

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-08-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2697, 22/00353 tot en met 22/00355

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
23 augustus 2023
Datum publicatie
31 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:2697
Formele relaties
Zaaknummer
22/00353 tot en met 22/00355
Relevante informatie
Art. 2 Wet Vpb 1969, Art. 11a Wet DB

Inhoudsindicatie

Procedure over een verzoek om teruggaaf van dividendbelasting voor de boekjaren 2012 tot en met 2014. Belanghebbende heeft geen fondsvoorwaarden overgelegd of andere informatie waaruit de aard van het fonds en de voorwaarden waaronder de participatiebewijzen worden verhandeld blijken. Hoewel belanghebbende is gewezen op het ontbreken van deze stukken en de eventuele gevolgen die daaraan verbonden zijn, heeft belanghebbende die stukken niet overgelegd of is anderszins ingegaan op dit standpunt van de inspecteur. Belanghebbende heeft niet de feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt waaruit volgt dat het naar Nederlandse maatstaven moet worden gekwalificeerd als een niet-transparant lichaam. Belanghebbendes beroep op artikel 11a Wet DB faalt. Het verzoek is terecht afgewezen, omdat niet kan worden vastgesteld dat dividendbelasting is ingehouden ten laste van belanghebbende.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 22/00353 tot en met 22/00355

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] (Duitsland),

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 17 januari 2022, nummers BRE 17/4431 tot en met 17/4433, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft voor de (boek)jaren 2012 tot en met 2014 een verzoek om teruggaaf van dividendbelasting ingediend.

1.2.

De inspecteur heeft het in 1.1 bedoelde verzoek afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur is niet tegemoetgekomen aan de bezwaren tegen de afwijzingen.

1.4.

Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het hof heeft bepaald dat de zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk meegedeeld dat het onderzoek is gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is een naar Duits recht opgericht en in Duitsland gevestigd beleggingsfonds.

2.2.

Belanghebbende heeft geen vaste inrichting in Nederland voor de vennootschapsbelasting. Belanghebbende is in Nederland niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting.

3.2.

Belanghebbende concludeert voor alle boekjaren tot teruggaaf van dividendbelasting. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing