Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-09-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2854, 21/01116 en 21/01117

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-09-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2854, 21/01116 en 21/01117

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
6 september 2023
Datum publicatie
10 januari 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:2854
Formele relaties
Zaaknummer
21/01116 en 21/01117
Relevante informatie
Art. 37 AWR, Art. 38 AWR

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is in dienstbetrekking bij een op Noord-Cyprus gevestigd werkgever. Deze werkgever leende belanghebbende uit aan een Turks bedrijf ten behoeve van werkzaamheden voor projecten in diverse landen. In geschil is of belanghebbende recht heeft op een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Het hof oordeelt dat hij daar geen recht op heeft omdat hij geen inzicht heeft gegeven in de feitelijke aanwezigheid in de diverse landen, zodat niet kan worden vastgesteld of hij voldoet aan de voorwaarden voor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 21/01116 en 21/01117

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 15 juli 2021, nummers BRE 20/7405 en 20/7406, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft navorderingsaanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2015 en 2016 opgelegd. Tevens is telkens bij beschikking belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft verweerschriften ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 13 juli 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde] , als gemachtigde van belanghebbende, en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .

1.6.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft in de onderhavige jaren inkomsten uit dienstbetrekking genoten van een op Noord-Cyprus gevestigde werkgever, [werkgever] (hierna [werkgever] ). Deze werkgever leende belanghebbende uit aan een Turks bedrijf, [bedrijf] , ten behoeve van coördinerende en toezichthoudende werkzaamheden voor projecten in diverse landen. Het loon werd uitbetaald door de werkgever in Noord-Cyprus.

2.2.

Belanghebbende heeft een overzicht verstrekt van de projecten waarvoor hij werkzaamheden verrichtte met vermelding van de begindatum en einddatum van het project en het land waar het project werd uitgevoerd.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of en zo ja, in hoeverre recht bestaat op een tegemoetkoming in verband met voorkoming van dubbele belasting op grond van een belastingverdrag dan wel op grond van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (hierna: Besluit).

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en vernietiging dan wel vermindering van de navorderingsaanslagen. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing