Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20-09-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:3018, 20/00780 tot en met 20/00782

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20-09-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:3018, 20/00780 tot en met 20/00782

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
20 september 2023
Datum publicatie
24 januari 2024
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:3018
Formele relaties
Zaaknummer
20/00780 tot en met 20/00782
Relevante informatie
Art. 228a Gemw

Inhoudsindicatie

Rioolheffing. Opbrengstlimiet. Gelijkheidsbeginsel.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: 20/00780 tot en met 20/00782

Uitspraak op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen,

hierna: de heffingsambtenaar,

en het incidentele hoger beroep van

Stichting [belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 20 november 2020, nummers ROE 19/562, 19/564 en 19/726, in het geding tussen belanghebbende en de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aanslagen gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen aan belanghebbende opgelegd. De onderhavige procedures gaan over de in deze aanslagen begrepen rioolheffing (hierna: de aanslagen rioolheffing).1

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslagen rioolheffing. De heffingsambtenaar heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard en de aanslagen rioolheffing vernietigd.

1.4.

De heffingsambtenaar heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend..

1.5.

Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. De heffingsambtenaar heeft schriftelijk gereageerd op het incidenteel hoger beroep.

1.6.

Bij brief van 14 september 2022 heeft het hof partijen verzocht om een reactie naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 9 september 20222 in een procedure van belanghebbende.

1.7.

Belanghebbende heeft nadere stukken gedateerd 15 september 2022 ingediend, met als bijlagen de volledige gemeentebegrotingen van 2013 en 2014.

1.8.

Belanghebbende heeft bij brief van 21 september 2022 gereageerd op de brief van het hof van 14 september 2022.

1.9.

Belanghebbende heeft bij brief van 3 mei 2023 een pleitnota ingediend. Deze pleitnota is, door tussenkomst van het hof, op 9 mei 2023 door de heffingsambtenaar ontvangen.

1.10.

De zitting heeft plaatsgevonden op 10 mei 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen als gemachtigden van belanghebbende, [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2] , en, namens de heffingsambtenaar, de door de heffingsambtenaar ingeschakelde gemachtigde, [heffingsambtenaar] . De pleitnota van belanghebbende wordt met instemming van partijen geacht op de zitting te zijn voorgelezen. De heffingsambtenaar heeft ter zitting een pleitnota overgelegd aan het hof en aan belanghebbende. De pleitnota is voorgelezen voor zover de inhoud daarvan nog niet bekend was bij het hof en belanghebbende.

1.11.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende danwel haar rechtsvoorganger was als woningbouwvereniging eigenaar van 790 (2013) en 807 (2014) percelen in de gemeente [gemeente] (hierna: de gemeente). Deze percelen beschikken over een directe dan wel indirecte aansluiting op de gemeentelijke riolering.

2.2.

Het totaalbedrag van de aanslagen rioolheffing is € 390.706,05. De aanslagen rioolheffing zijn aan (de rechtsvoorganger van) belanghebbende in de hoedanigheid van eigenaar opgelegd. Het per perceel gehanteerde tarief is € 244,65. Alle heffingen zijn gebaseerd op de Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2013 (hierna: de Verordening). Voor zover relevant luidt de Verordening als volgt:

‘Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente:

c. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater, en

b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het

genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

2. Met betrekking tot de belasting wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

(…)

Artikel 6 Belastingtarief

1. De belasting bedraagt per perceel of zelfstandig gedeelte daarvan € 244,65. (…)’

2.3.

Bij het vaststellen van het belastingtarief heeft de gemeente de met de rioolheffing samenhangende baten beraamd op € 4.269.149 en de lasten op € 4.267.149 (inclusief BTW). Er zijn kapitaallasten van € 2.330.000 tot de geraamde lasten gerekend.

2.4.

In het jaar 2013 was in de gemeente, in totaal, sprake van 19.661 percelen. Hiervan zijn 16.778 percelen in de rioolheffing betrokken. In het jaar 2014 was in de gemeente, in totaal, sprake van 19.543 percelen. Hiervan zijn 16.650 percelen in de rioolheffing betrokken. Tot de percelen die buiten de heffing zijn gelaten behoren trafo’s en garageboxen. Ten aanzien van 61 zelfstandige garageboxen staat vast dat daarvan percelen ten onrechte niet in de heffing zijn betrokken, omdat zij wel zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering.

2.5.

Bij de uitspraken op bezwaar zijn de aanslagen rioolheffing gehandhaafd.

2.6.

De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslagen rioolheffing vernietigd, bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van de uitspraken op bezwaar, bepaald dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het beroep bij de rechtbank vergoedt en de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten. Mede bezien in samenhang met de overwegingen waarop deze beslissing van de rechtbank berust (met name r.o. 11), houdt de herroeping van de aanslagen rioolheffing, naar partijen en het hof begrijpen, in dat de aanslagen zijn vernietigd.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

1) Is sprake van strijd met artikel 9 Kaderrichtlijn Water?

2) Is sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel doordat de gemeente voor bepaalde percelen een begunstigend beleid heeft gevoerd en geen aanslagen rioolheffing heeft opgelegd, terwijl percelen van belanghebbende wel in de heffing zijn betrokken?

3) Is sprake van overschrijding van de opbrengstlimiet?

3.2.

De heffingsambtenaar concludeert tot een gegrond hoger beroep en handhaving van de opgelegde aanslagen rioolheffing. Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing