Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-12-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:4069, 22/00960

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-12-2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:4069, 22/00960

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
6 december 2023
Datum publicatie
29 februari 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2023:4069
Formele relaties
Zaaknummer
22/00960
Relevante informatie
Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 220a, Art. 220e Gemw, Art. 17 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ, Art. 8:64 Awb, Art. 8:109 Awb

Inhoudsindicatie

WOZ-waarde verblijfsaccommodatie waar ouders van zieke kinderen kunnen logeren; gecorrigeerde vervangingswaarde.

De onroerende zaak kwalificeert als woning in de zin van artikel van artikel 220a Gemeentewet.

Proceskostenvergoeding rechtbank is onjuist en wordt door het hof gecorrigeerd.

Hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 22/00960

Uitspraak op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen,

hierna: de heffingsambtenaar,

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 20 april 2022, nummer ROE 21/922, in het geding tussen

Stichting [belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) een beschikking gegeven (hierna: de WOZbeschikking) en daarbij de waarde van [adres] te [vestigingsplaats] (hierna: de onroerende zaak) op 1 januari 2019 vastgesteld. Ook zijn de aanslagen onroerende-zaakbelasting (hierna: ozb) eigenaar en gebruiker voor het jaar 2020 bekendgemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de aanslag ozb gebruiker vernietigd en de aanslag ozb eigenaar verminderd. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 4.522,75 (vanwege kosten rechtsbijstand) en € 630 (vanwege kosten deskundige).

1.4.

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar belanghebbende.

1.6.

De zitting heeft plaatsgevonden op 14 juli 2023 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [persoon 1] en [persoon 2] (taxateur), namens belanghebbende, en [heffingsambtenaar 1] en [heffingsambtenaar 2] , namens de heffingsambtenaar. Op deze zitting zijn gelijktijdig, maar niet gevoegd, de onderhavige zaak en de zaak met nummer 22/00961 behandeld.

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak. Het betreft een accommodatie waar ouders van zieke kinderen kunnen logeren. De onroerende zaak is via een loopbrug met het ziekenhuis ernaast verbonden. Er is sprake van een gemeenschappelijke woonkamer en keuken, een was- en strijkruimte, een tuin en meerdere terrassen.
In totaal zijn er zeventien gastenkamers. Deze zijn voorzien van een tweepersoonsbed, een slaapbank en een badkamer.

2.2.

De rechtbank heeft onder meer geoordeeld dat de onroerende zaak in het kader van de toepassing van artikel 220a Gemeentewet moet worden aangemerkt als een woning.

2.3.

De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en een proceskostenvergoeding aan belanghebbende toegekend. Over deze proceskostenvergoeding heeft de rechtbank in haar uitspraak als volgt geoordeeld:

30. De rechtbank acht termen aanwezig om verweerder te veroordelen in de proceskosten die

eiseres redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het bezwaar en

het beroep, een en ander overeenkomstig de normen van het Besluit proceskosten

bestuursrecht (Bpb). Aan eiseres is door een derde beroepsmatig rechtsbijstand verleend.

Voor de in aanmerking te nemen proceshandelingen in bezwaar worden 2 punten toegekend

(1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift en l punt voor het verschijnen ter

hoorzitting in bezwaar) met een waarde van € 269,- per punt. Voor de beroepsfase worden

3,5 punten toegekend (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor het

indienen van repliek en 2 punten voor het verschijnen op de beide zittingsdagen) met een

waarde van € 759,- per punt. De rechtbank beoordeelt de zaak als zwaar, waarvoor een

wegingsfactor 1,5 geldt. Gelet hierop bedraagt het vanwege de in deze zaak verleende

rechtsbijstand te vergoeden forfaitaire bedrag in totaal € 4.522,75.

31. Verder heeft eiseres recht op een vergoeding van haar taxatiekosten, omdat in het

taxatierapport ook is ingegaan op artikel 220a van de Gemeentwet en de onroerende

zaaksbelasting, en de kosten van de aanwezigheid van de taxateur op zitting. De rechtbank

acht een tijdsbeslag van 5 uur en een uurtarief van € 120.- (te vermeerderen met de ter zake

verschuldigde BTW) redelijk. De rechtbank ziet aanleiding aan te sluiten bij de Richtlijn van

de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties en hanteert daarom voor de vergoeding van de aanwezigheid van de taxateur op

zitting hetzelfde (door de taxateur opgegeven) tarief als voor het opstellen van het

taxatierapport. Het tijdsbeslag van de behandeling van deze zaak op zitting stelt de rechtbank

vast op 15 minuten, wat betekent dat de vergoeding € 30,- (te vermeerderen met de ter zake

verschuldigde BTW) bedraagt.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:

  1. Is de onroerende zaak een woning in de zin van artikel 220a Gemeentewet en wat betekent dit voor de aanslagen ozb?

  2. Is de proceskostenvergoeding op het juiste bedrag vastgesteld door de rechtbank?

3.2.

De heffingsambtenaar concludeert tot een gegrond hoger beroep, instandhouding van de opgelegde aanslagen ozb en vermindering van de proceskostenvergoeding.
Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Proceskosten

6 Beslissing