Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 03-07-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2146, 22/1700
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 03-07-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2146, 22/1700
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 3 juli 2024
- Datum publicatie
- 18 juli 2024
- Annotator
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2022:5396, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 22/1700
Inhoudsindicatie
Art. 15, lid 1, letter a, Wet OB 1968. Belanghebbende verzoekt om aftrek van omzetbelasting ter zake van de bouw van een woning met in het dak geïntegreerde zonnepanelen. Geen sprake van een rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de overige bouwkosten en de met de levering aan de energiemaatschappij van de met de zonnepanelen opgewekte energie. Geen recht op aanvullende aftrek ter zake van de omzetbelasting die drukt op de bouw van de woning.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 22/1700
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 15 september 2022, nummer BRE 21/2710, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende een teruggaafbeschikking omzetbelasting voor de periode 22 augustus 2019 tot en met 31 december 2019 gegeven.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft in reactie op het verweerschrift een conclusie van repliek ingediend. De inspecteur heeft vervolgens een conclusie van dupliek ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 30 mei 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen [gemachtigde 1] , als gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [gemachtigde 2] , en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .
Belanghebbende heeft tijdens de zitting een pleitnota voorgelezen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de andere partij.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende heeft een nieuwbouwwoning laten bouwen aan [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning). Op de woning zijn 97 (geïntegreerde) zonnepanelen (ook wel: energieopwekkende dakpannen) geïnstalleerd. De zonnepanelen beslaan volgens belanghebbende een dakoppervlakte van 32,03 m². De gebruiksoppervlakte van de woning, exclusief de oppervlakte van de zonnepanelen, bedraagt volgens belanghebbende 209,89 m². De gebruiksoppervlakte van de woning en de oppervlakte van de zonnepanelen bedraagt tezamen bedraagt volgens belanghebbende dus 241,92 m2.
De in rekening gebrachte omzetbelasting bedraagt voor de bouw van de woning € 58.581,85, waarvan € 2.057,29 voor het plaatsen van de zonnepanelen. De woning is op 1 oktober 2019 in gebruik genomen.
De stroom die door belanghebbende niet wordt gebruikt, wordt geleverd aan het energiebedrijf. Voor de levering van opgewekte stroom aan het energiebedrijf is belanghebbende aangemerkt als ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). Belanghebbende verricht geen andere belaste activiteiten.
Op 27 oktober 2020 heeft de inspecteur een ‘aangifte omzetbelasting voor startende ondernemers’ van belanghebbende ontvangen voor het tijdvak van 22 augustus 2019 tot en met 31 december 2019. In de aangifte is verzocht om een teruggaaf van € 636.
Bij beschikking van 4 december 2020 heeft de inspecteur de teruggaaf, conform de ingediende aangifte, verleend.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de teruggaafbeschikking en verzocht om een aanvullende teruggaaf van € 5.674, als volgt berekend:
Betaalde omzetbelasting op bouwkosten toe te rekenen aan zonnepanelen (13,2% (32,03/241,92) x € 56.524,57) |
€ 7.482,72 |
Betaalde omzetbelasting op de zonnepanelen |
€ 2.057,29 |
Totaal aftrekbare voorbelasting |
€ 9.540,01 |
Teruglevering energie (conform Besluit1) |
x 2/3 |
Aftrekbare voorbelasting |
€ 6.360 |
Forfait (conform Besluit) |
-/- € 50 |
Eerder verleende teruggaaf |
-/- € 636 |
Geclaimde teruggaaf |
€ 5.674 |
Bij uitspraak op bezwaar van 15 mei 2021 heeft de inspecteur het bezwaar afgewezen.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
In het hogerberoepschrift heeft belanghebbende de teruggave als volgt berekend:
In rekening gebrachte omzetbelasting over bouwkosten woning (inclusief zonnepanelen) |
€ 58.581,25 |
Aan energieopwekking toe te rekenen omzetbelasting (13,2% (32,03/241,92) x € 58.581,25) |
€ 7.732,80 |
Teruglevering energie (conform Besluit) |
x 2/3 |
Aftrekbare voorbelasting |
€ 5.156 |
Forfait (conform Besluit) |
-/- € 50 |
Eerder verleende teruggaaf |
-/- € 636 |
Geclaimde teruggaaf |
€ 4.470 |
In de pleitnota heeft belanghebbende aan de hand van een andere berekeningsmethodiek op basis van omzetgegevens, de teruggave als volgt berekend.
In rekening gebrachte omzetbelasting over bouwkosten woning (inclusief zonnepanelen) |
€ 58.851,85 |
WOZ-waarde van de woning voor het belastingjaar 2019 |
€ 242.000 |
Bruto huurwaardeforfait |
3,5% |
Bruto huurwaarde |
€ 8.470 |
Tijdevenredig gebruik van de woning (1 oktober 2019 t/m 31 december 2019 = 25%) |
€ 2.117 |
Waarde aan het net geleverde energie (met inachtneming van forfait van € 50) |
€ 238 |
Totale omzet (€ 2.117 + € 238 =) |
€ 2.355 |
Aftrekbare voorbelasting naar rato van omzetgegevens (10,1% (€ 238 / € 2.355) x € 58.581,25) |
€ 5.948 |
Eerder verleende teruggaaf |
-/- € 636 |
Geclaimde teruggaaf |
€ 5.312 |
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op een hogere teruggaaf aan omzetbelasting dan door de inspecteur is verleend.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en een aanvullende teruggave aan omzetbelasting van € 5.312 respectievelijk € 4.470. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.