Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-09-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2940, 22/2242

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-09-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2940, 22/2242

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
18 september 2024
Datum publicatie
24 september 2024
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:2940
Formele relaties
Zaaknummer
22/2242
Relevante informatie
Wet op belastingen van rechtsverkeer [Tekst geldig vanaf 01-08-2024 tot 01-01-2025] art. 14

Inhoudsindicatie

Overdrachtsbelasting. Tarief voor verkrijging van woning in de zin van artikel 14, lid 2, Wet op belastingen van rechtsverkeer. Belanghebbende verkrijgt in 2019 een onroerende zaak, oorspronkelijk gebouwd als woning, maar welke onroerende zaak in elk geval sinds 1930 niet meer in gebruik is als woning. Belanghebbende stelt dat de verkrijging in 2019 belast moet worden naar het tarief voor woningen, nu slechts beperkte aanpassingen vereist zijn om hem weer geschikt te maken voor bewoning. Het hof oordeelt de onroerende zaak, vanwege de verschillende renovaties sinds 1930 de aard voor bewoning heeft verloren en dat meer dan beperkte aanpassingen vereist zijn om hem weer geschikt te maken voor bewoning. Het hoger beroep van belanghebbende is ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummer: 22/2242

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

gevestigd in [vestigingsplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 28 oktober 2022, nummer BRE 21/629, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft overdrachtsbelasting op aangifte voldaan.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] . Belanghebbende en haar gemachtigde zijn niet in ‘s-Hertogenbosch verschenen.

1.6.

[gemachtigde 1] en [gemachtigde 4] , gemachtigden van belanghebbende, hebben via Microsoft Teams deelgenomen aan de zitting, waarbij sprake was van een beeld- en geluidsverbinding met het hof.

1.7.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.8.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat gelijktijdig met de uitspraak aan partijen wordt verzonden.

2 Feiten

2.1.

Bij akte van levering van 13 augustus 2019 is aan belanghebbende geleverd het perceel grond met de zich op die grond bevindende opstallen en verdere toe- en aanbehoren, plaatselijk bekend als [adres 1] , [postcode 1] [plaats 2] en [adres 2] , [postcode 2] [plaats 2] (hierna genoemd: de onroerende zaak). De totale koopsom bedroeg € 30.706.667.

2.2.

Ter zake van de verkrijging van de onroerende zaak heeft belanghebbende het bedrag van € 1.842.399 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan. Belanghebbende heeft daarbij het tarief van 6% gehanteerd over een koopprijs van € 30.706.650.

2.3.

[adres 1] is in 1614 als woning gebouwd waarna het in de 18de eeuw volledig is gesloopt en er een nieuw object is gebouwd als woning. Vanaf 1930 is [adres 1] niet bewoond geweest. Vanaf 1935 is [adres 1] gebruikt als bankgebouw en effectenkantoor waarbij door de jaren heen verbouwingen hebben plaatsgevonden om het gebruik als (bank)kantoor mogelijk te maken dan wel te continueren.

2.4.

Op 17 september 1974 is aan [adres 1] de status rijksmonument toegekend.

2.5.

In de jaren 2018 en 2019, voorafgaand aan de levering op 13 augustus 2019, is [adres 1] geheel gerenoveerd met het oog op gebruik als hoofdkantoor van een internationaal opererend modehuis. Het rapport getiteld ‘ [rapport 1] ’ stelt over deze renovatie voor zover relevant:

“Met een grote duurzaamheidsambitie en in overleg met Bureau Monumenten en Archeologie heeft [bedrijf 1] het pand intensief gerenoveerd en ervoor gezorgd dat dit gebouw toekomstbestendig is en weer gebruikt kan worden als hoogwaardig kantoor.

(…)

De vele ingrijpende verbouwingen in het pand hebben een onoverzichtelijk en onsamenhangend geheel veroorzaakt. De visie was om het gebouw weer de luxe te laten uitstralen die ooit bedoeld was in het pand. Een luxe kantoorpand in deze tijd moet een

esthetische waarde hebben maar ook klimaatverantwoordelijk in gebruik genomen kunnen worden. Dit waren twee belangrijke uitgangspunten voor ons tijdens de renovatie van het pand.

(…)

[het pand] is sinds de zomer van 2019 het hoofdkantoor van [bedrijf 2] . (…) Het startpunt van het design proces begon met het herdefiniëren van het concept "kantoorruimte". Tegenwoordig, meer dan ooit tevoren, is ons werkende leven verweven met ons persoonlijke leven. Het doel was daarom om bij [bedrijf 2] een werkomgeving te creëren die aanvoelt als thuis. Een plek om te werken, te socializen, te relaxen etc.

(…)

De grootste architectonische ingreep vond plaats op de bovenste verdieping (4e verdieping). Hier werd de achterste facade vervangen door glas en grote skylights, die nu de verdieping belichten waar " [bedrijf 2] " plaatsvindt; een co-working space waar werknemers kunnen samenkomen voor meetings, lunch en vieringen. Vanaf een hoger gelegen koepel is er een 360 graden uitzicht over [plaats 2] . Deze koepel is voornamelijk bestemd voor stille meditatie en wordt vervolgens gebruikt als shared community ruimte.

(…) Het inmiddels overleden mode icoon bezocht het gebouw tijdens de renovatie in december 2018, maar helaas heeft hij nooit een voet in het voltooide hoofdkantoor kunnen zetten.”

2.6.

Het rapport getiteld ‘ [rapport 2] ’ met dagtekening 19 november 2021 stelt over deze renovatie onder andere:

“Bij het ontwerpen van het Hoofdkantoor van [bedrijf 2] werd ons meegegeven het project toekomstbestendig te ontwerpen. Dat wil zeggen; Het wordt nu gebruikt als een kantoor maar grotendeels gebouwd naar de maatstaven van een woonhuis met een

exclusieve keuken, bar en andere faciliteiten.

(…)

Op iedere verdieping zijn natte groepen aangebracht waardoor het maken van bad-, of wasruimtes eenvoudig te realiseren is. (…) Tevens (…) heeft elke verdieping een eigen ondersteunende CV-installatie en intercomsysteem.”

2.7.

Blijkens het uittreksel van het rijksmonumentenregister met dagtekening 14 juni 2021 stond het object geregistreerd in de hoofdcategorie ‘woningen en woningbouwcomplexen’, subcategorie ‘Woonhuis (K)’ en functie ‘Woonhuis’.

2.8.

De heer [naam 5] , architectuurhistoricus werkzaam op de afdeling Monumenten en Archeologie van de Gemeente [plaats 2] , heeft in zijn e-mail van 10 september 2021 het volgende over [adres 1] gemeld, voor zover relevant:

“Het behoort tot de allergrootste grachtenpanden en is gebouwd naar ontwerp van de Brugse architect Liborius Druck in 1772. Zoals zovele andere panden, is het pand vele malen verkocht, waarna het in de loop der tijden heeft gefunctioneerd als weeshuis en als kantoor. Vanzelfsprekend zijn er onderdelen vernieuwd: er is geen enkel pand in [plaats 2] gaaf uit de bouwtijd bewaard gebleven. Desondanks vertoont het pand nog steeds alle karakteristieken van een woonhuis. Grote delen van de hoofddraagconstructie bestaande uit gevels, muren, balklagen en kappen zijn nog oorspronkelijk. In de plattegronden van alle verdiepingen is de karakteristieke middengang nog aanwezig, terwijl op de beletage nog vele afwerkingen uit de bouwtijd aanwezig zijn, passend bij de functie van een woonhuis.

Kortom, ik beschouw [adres 1] in de huidige staat nog altijd als een woonhuis en als een zeer belangrijke bron voor het leven aan de [plaats 2] grachten in de achttiende eeuw.”

2.9.

De onroerende zaak bestaat uit – in totaal – 7 verdiepingen: een souterrain, beletage, verdiepingen 1 tot met 4, en een torenverdieping. Ten tijde van de verkrijging van de onroerende zaak door belanghebbende, waren de volgende faciliteiten (nog) aanwezig in de onroerende zaak. In het souterrain bevond zich een bankkluis, alsmede een toiletgroep van 6 wc’s en 6 wasbakken en een tourniquetdeur. Op de eerste, tweede en derde verdieping bevonden zich kleine pantry’s en toiletgroepen. Die toiletgroepen bestonden elk uit drie toiletten, een doucheruimte en vier wasbakken. Op de vierde verdieping bevond zich aan de rechterzijde de kantine met een bar en een eetkamer c.q. borrel- en meditatieruimte.

2.10.

Belanghebbende heeft een offerte overgelegd voor de aanleg van een badkamer voor de prijs van € 5.445 (inclusief btw), met de volgende omschrijving:

Berekende werkzaamheden:

- Vuilcontainer

- Parkeerkosten

- Verwijderen bestaande toilet

- Verwijderen bestaande tegelvloer

- Verwijderen bestaande deur

- Dichtmetselen sparing deur

- Leveren en monteren sanitair

- Leveren en monteren tegelwerk

- Overige materialen (hout, bevestigingsmiddelen etc.)

NOOT:

Ervan uitgaande dat we leidingen gaan hergebruiken en de bestaande boiler.”

2.11.

Bij een bericht van 28 juni 2024 heeft de griffier van het hof, via het webportaal ‘Mijn Rechtspraak’, de gemachtigde van belanghebbende uitgenodigd voor de zitting van 28 juni 2024 om 10:00 uur te ‘s-Hertogenbosch. De uitnodiging is op 25 maart 2024 om 10.02 uur aan het digitale dossier toegevoegd en tevens is op die dag hiervan een notificatie aan de gemachtigde van belanghebbende, op het door hem verstrekte emailadres, gezonden. Tot de gedingstukken behoren schermprinten van de statusinformatie van de verzendbewijzen.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de volgende vraag:

Kwalificeert de onroerende zaak ten tijde van de levering ervan op 13 augustus 2019 als woning in de zin van artikel 14, lid 2, Wet op belastingen van rechtsverkeer (hierna: WBR), in welk geval overdrachtsbelasting naar een tarief van twee procent is verschuldigd?

3.2.

Niet in geschil is dat [adres 1] als woning is ontworpen en gebouwd.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar, tot teruggave van de op aangifte voldane overdrachtsbelasting ten bedrage van € 1.209.9331 en tot vergoeding van de door belanghebbende gemaakte kosten in hoger beroep, beroep en bezwaar. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing