Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-09-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2941, 22/2243
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-09-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2941, 22/2243
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 18 september 2024
- Datum publicatie
- 23 januari 2025
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2022:5737, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 22/2243
- Relevante informatie
- Art. 3.42a Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft met zijn broer een onderneming die zich onder meer richt op het aanmeten en maken van gebitsprotheses. Ze hebben geïnvesteerd in scanapparatuur en zij verzoeken om toepassing van de milieu-investeringsaftrek (MIA). De inspecteur heeft bij de aanslag IB/PVV 2016 de geclaimde MIA niet toegepast, aangezien volgens de inspecteur de apparatuur niet voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Milieulijst 2016. Het hof is van oordeel dat er wel aan wordt voldaan en verklaart het beroep gegrond.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 22/2243
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonend in [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 3 oktober 2022, nummers BRE 21/2635 en BRE 21/2636 in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekering (hierna: IB/PVV) 2016 opgelegd. Tevens is bij beschikking belastingrente in rekening gebracht. De inspecteur heeft tevens een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2016 (hierna: aanslag Zvw) opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraken op bezwaar gedaan en de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgevonden op 18 juli 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende, [gemachtigde] als gemachtigde van belanghebbende en is belanghebbende tot bijstand vergezeld door [de broer] . Namens de inspecteur zijn verschenen [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] . Op deze zitting zijn gelijktijdig, maar niet gevoegd behandeld de onderhavige zaak en de zaken van [de broer] met nummers 22/2245 en 22/2246. Belanghebbende heeft ter zitting, zonder bezwaar van de andere partij, een nader stuk, gedagtekend 5 juli 2024, overgelegd.
Belanghebbende heeft het hoger beroep met zaaknummer 22/2244 (betreffende de aanslag Zvw) tijdens het onderzoek op de zitting ingetrokken.
Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Onderneming en activiteiten van belanghebbende
Belanghebbende en zijn broer [de broer] zijn vennoten van de onderneming “ [de VOF] ” (hierna: de vof). De vof houdt zich (onder meer) bezig met het aanmeten en maken van gebitsprotheses.
In 2016 heeft de vof een bedrag van € 110.749 geïnvesteerd in een “Tizian CUT 5.2 plus freesmachine inclusief software” en een “Tizian Scanner Model & Afdruk” (hierna: de scanapparatuur). De scanner is een extra-orale scanner, hetgeen betekent dat het een scanapparaat is waarin objecten kunnen worden geplaatst voor een 3D scan.
De activiteiten die belanghebbende met betrekking tot gebitsprotheses uitvoert, zijn in vier productstromen te onderscheiden:
1. Gebitsprotheses voor patiënten die geen (bruikbare) prothese hebben
Belanghebbende maakt met een afdruklepel een gomafdruk in de mond van de boven- en onderkaak van de patiënt, met de daarin aanwezige tanden, kiezen, wortels en/of tandheelkundige preparaten. Onder tandheelkundige preparaten dient te worden verstaan tanden of kiezen die zodanig zijn bewerkt dat daarna een vulling, stift, kroon of andersoortige prothese kan worden geplaatst. Vervolgens wordt met de scanapparatuur een 3D-scan gemaakt van de gomafdruk. Daarna wordt er met siliconen een afdruk gemaakt van de kaak en de kaakspieren, zodat het ontwerp van de prothese afgestemd kan worden op de motoriek van de kaken. Van deze siliconenafdruk wordt eveneens een 3D-scan gemaakt. Daarna wordt op basis van beide scans een digitaal ontwerp gemaakt, op basis waarvan vervolgens een prothese wordt gefreesd. Door het gebruik van de scanner hoeft belanghebbende in dit gehele proces geen gips meer te gebruiken, waar dat voorheen wel het geval was.
2. Gebitsprothese voor patiënten met een bestaande prothese
Als vastgesteld kan worden dat de prothese nog goed past, maar door ouderdom vervangen moet worden, wordt de gomafdruk overgeslagen. De bestaande prothese kan dan worden gebruikt als de kaakafdruk. Op basis van de scan van de bestaande prothese wordt vervolgens van kunsthars een 3d-print gemaakt. Belanghebbende maakt tevens – net als onder 1 – achtereenvolgens met siliconen een afdruk van de kaak en de kaakspieren voor een 3D-scan, een digitaal ontwerp en op basis daarvan de prothese, waarbij in het gehele proces evenmin gips wordt gebruikt.
3. Gedeeltelijke gebitsprothese
Vergelijkbaar met processen 1 en 2, met dat verschil dat voor een gedeeltelijke prothese een metalen frame noodzakelijk is. Belanghebbende besteedt het maken van dat frame uit aan een derde, waarbij het frame wordt gemaakt op basis van de scans van belanghebbende. Het frame wordt daarna gebruikt door belanghebbende als onderdeel van de totale prothese die belanghebbende maakt. Ook hier wordt geen gips gebruikt.
4. Aanpassen/opknappen van een prothese
Indien een prothese nog bruikbaar is, maar aangepast of opgeknapt moet worden, wordt wel gips gebruikt om de aanpassing of reparatie mogelijk te maken. Dit is een proces waarbij de scanner niet wordt gebruikt.
Milieu-investeringsaftrek en aanslag 2016
Belanghebbende heeft de investering in de scanapparatuur tijdig aangemeld bij de RVO ten behoeve van de milieu-investeringsaftrek (hierna: MIA).
De RVO heeft belanghebbende bij brief van 5 december 2016 op de hoogte gesteld dat zij de melding heeft beoordeeld en dat de resultaten van de beoordeling zijn vastgelegd in een advies aan de inspecteur. De RVO adviseert de inspecteur de gemelde investering niet in aanmerking te laten komen voor de MIA. In het advies staat, voor zover hier van belang, het volgende:
‘De uitkomst van de controle is dat de gemelde investering niet voldoet aan de eisen van de Milieulijst 2016. Ik adviseer u de gemelde investering niet in aanmerking te laten komen voor MIA.
Toelichting
[de VOF] heeft een investering van € 110.749 gemeld voor code D 1270 van de Milieulijst 2016. Volgens de omschrijving van deze code moet de investering bestemd zijn voor het scannen van (delen van) het gebit of het op basis van deze scans frezen van tandtechnisch kroon- en brugwerk.
[mevrouw] van [administratiekantoor] heeft nadere informatie over de investering verstrekt. Hieruit blijkt dat is geïnvesteerd in een freesmachine en scanner. De freesmachine werkt op basis van deze scans. Deze scanner scant gips- en siliconenafdrukken van het gebit. De scanner scant geen (delen van) het gebit.
De investering voldoet daarmee niet aan de technische eisen zoals omschreven onder code D 1270 van de Milieulijst 2016. Daarom komt de investering niet in aanmerking voor MIA. (…)’
Met dagtekening 6 november 2020 heeft de inspecteur de aanslag IB/PVV 2016 opgelegd, waarin de door belanghebbende geclaimde MIA van € 14.952 niet is toegepast. De aanslag is opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 70.861. Tevens is € 880 aan belastingrente in rekening gebracht.
Ook in de op verzoek van belanghebbende verrichte herbeoordeling heeft de RVO een negatief advies afgegeven voor toepassing van de MIA voor de investering in de scanapparatuur. Daartoe heeft de RVO onder meer overwogen:
‘Herbeoordeling op technische eisen
De uitkomst van de nieuwe controle (herbeoordeling) is dat de gemelde investering niet voldoet aan de eisen van de Milieulijst 2016. Eis in de code is dat het moet gaan om het scannen van (delen van) het gebit, waarbij de scans worden omgezet in driedimensionale digitale beelden of het op basis van deze scans frezen van tandtechnisch kroon- en brugwerk.
Bij het systeem waar het in deze melding om gaat is er geen sprake van het scannen van (delen van) het gebit, zoals de code eist, maar van het scannen van gips- en siliconenafdrukken van het gebit. Aan de eis zoals omschreven in de code wordt daarmee niet voldaan.
Deze eis is opgenomen om hiermee grondstoffen (het gips) te besparen en daarmee milieuwinst te behalen. Dat is met de investering waar het in deze melding om gaat niet het geval.’
De inspecteur heeft zijn beslissing de MIA niet toe te passen in bezwaar gehandhaafd.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op de door hem geclaimde MIA.
Belanghebbende concludeert tot toepassing van de MIA en vermindering van de aanslag IB/PVV 2016. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.