Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-11-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3747, 22/2326

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-11-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:3747, 22/2326

cassatie ingesteld (rolnr HR: 25/00032)

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
27 november 2024
Datum publicatie
5 februari 2025
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:3747
Zaaknummer
22/2326
Relevante informatie
Art. 8:75 Awb

Inhoudsindicatie

Wet WOZ, waardering woning 2022.

De vergelijking met de gerealiseerde verkoopprijzen van de referentieobjecten laat zien dat de waarde van belanghebbendes woning niet te hoog is vastgesteld. Het hof acht de heffingsambtenaar, ook gewogen tegen hetgeen belanghebbende daartegen heeft aangevoerd met betrekking tot de ligging van de woning, geslaagd in de op hem rustende bewijslast dat hij de WOZ-waarde per waardepeildatum niet te hoog heeft vastgesteld.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Nummer: 22/2326

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonend in [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg (hierna: de rechtbank) van 4 november 2022, nummer ROE 22/1169 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen,

hierna: de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft in het kader van de Wet waardering onroerende zaken een beschikking gegeven en daarbij de waarde van de onroerende zaak [adres 1] te [woonplaats] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2022 op waardepeildatum 1 januari 2021 vastgesteld op € 340.000 (hierna: de WOZ-waarde). Op hetzelfde biljet is de aanslag onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2022 bekendgemaakt.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op bezwaar gedaan en het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2024 in ’s-Hertogenbosch. Daar zijn verschenen belanghebbende en, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar] . De zaak is gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met zaaknummer 22/2325 (over het jaar 2021).

1.6.

Het hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de woning. Het gaat om een vrijstaande woning uit bouwjaar 1966 met een hobbykas, een tuinhuis en een magazijn/opslag. De woning is gelegen op een perceel van circa 2183 m2 in de wijk [wijk] , nabij een sportcomplex met tennisbanen. Tussen de woning en het sportcomplex ligt een boomgaard/wei die is bestempeld tot recreatiegebied. In de nabijheid van de woning is een kinderopvanggelegenheid.

2.2.

Belanghebbende heeft de woning begin 2014 van gemeente [woonplaats] gekocht voor een bedrag van € 330.000. Belanghebbende heeft de woning daarna in eigen beheer gerenoveerd.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft een taxatierapport ingebracht waarin de taxateur de waarde van de woning op de waardepeildatum heeft gewaardeerd op € 452.000. Tot het taxatierapport behoort een matrix, dat is een tabel waarin de waarde rekenkundig onderbouwd wordt aan de hand van verkoopprijzen van andere woningen (de vergelijkingsobjecten). De daarvoor gebruikte vergelijkingsobjecten zijn:

Vergelijkingsobject

Verkoopdatum

Verkoopprijs

[adres 6] in [woonplaats]

2 maart 2021

€ 460.000

[adres 7] in [woonplaats]

17 januari 2020

€ 380.000

[adres 8] in [woonplaats]

21 april 2020

€ 408.000

In het taxatierapport staat het volgende over de vergelijkingsobjecten:

-

Vergelijkingsobject [adres 6] ligt op een industrieterrein.

-

Vergelijkingsobject [adres 7] ligt in een woonwijk.

-

Vergelijkingsobject [adres 8] ligt naast bedrijfshal aan de rand van een

industrieterrein.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is of de beschikte WOZ-waarde van de woning van € 340.000 te hoog is.

3.2.

Belanghebbende stelt dat de WOZ-waarde van de woning niet hoger is dan € 310.000. De heffingsambtenaar stelt dat de vastgestelde WOZ-waarde niet te hoog is.

4 Gronden

5 Beslissing