Hoge Raad, 27-04-1994, ZC5655, 28500
Hoge Raad, 27-04-1994, ZC5655, 28500
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 april 1994
- Datum publicatie
- 26 september 2024
- Zaaknummer
- 28500
- Relevante informatie
- Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 29, Wet op de vennootschapsbelasting 1969 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 2, Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Spaanse Staat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het vermogen, Madrid, 16-06-1971 [Tekst geldig vanaf 20-09-1972] art. 4, 7 VPB, 15c VPB, 15d VPB
Inhoudsindicatie
Spaanse vervangingsreserve. Internationaal belastingrecht. Bilaterale regelingen ter voorkoming van dubbele belasting. Vennootschapsbelasting.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BV te Z, Spanje, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 juni 1991 betreffende de haar voor het jaar 1986 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het jaar 1986 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van f 175.000, met een verhoging wegens niet tijdige aangifte ten bedrage van f 250, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat deze uitspraak heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. B.A.M. van Maarschalkerwaart, advocaat te Amsterdam.
De Advocaat-Generaal Van Soest heeft op 8 juli 1993 geconcludeerd tot verwerping van het beroep.