Hoge Raad, 27-02-1996, AD2500, 101957
Hoge Raad, 27-02-1996, AD2500, 101957
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27 februari 1996
- Datum publicatie
- 25 juli 2016
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:1996:AD2500
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:1996:AD2500
- Zaaknummer
- 101957
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
27 februari 1996
Strafkamer
nr. 101.957
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 24 maart 1995 alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit Hof gegeven beslissingen in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963, wonende te [woonplaats].
1 De bestreden einduitspraak
Na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij arrest van 18 oktober 1994, heeft het Hof in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 25 februari 1993, voor zover aan 's Hofs oordeel onderworpen, - aan de verdachte ter zake van 2. "opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort beschadigen" geen straf of maatregel opgelegd. Voorts heeft het Hof de vordering van de beledigde partij toegewezen in voege als in het arrest vermeld.
2 Het cassatieberoep
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr Th.A. de Roos, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3 De conclusie van het Openbaar Ministerie
De Advocaat-Generaal Meijers heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.