Home

Hoge Raad, 18-02-1998, AA2449, 33170

Hoge Raad, 18-02-1998, AA2449, 33170

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
18 februari 1998
Datum publicatie
4 juli 2001
ECLI
ECLI:NL:HR:1998:AA2449
Zaaknummer
33170
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 11, Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 220a, Art. 5 AWR

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 10 februari 1997 betreffende na te melden aan haar voor het jaar 1993 opgelegde aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen van de gemeente Zwolle. 1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende zijn voor het jaar 1993 wegens het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van tachtig onroerende zaken, aangeduid als a-straat 1 te Z, op één aanslagbiljet verenigde aanslagen in de on roerende-zaakbelastingen van de gemeente Zwolle opgelegd. Deze aanslagen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Chef van het bureau belastingen van de gemeente Zwolle (hierna: de Chef) gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Chef in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht. 2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3. Beoordeling van de middelen De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.

5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Dit arrest is op 18 februari 1998 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond, Fleers, Pos en Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Boorsma, en op die datum in het openbaar uitgesproken. Bij ontstentenis van de voorzitter wordt dit arrest ondertekend door de raadsheer Zuurmond.