Hoge Raad, 21-02-2001, AB0157, 35551
Hoge Raad, 21-02-2001, AB0157, 35551
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 februari 2001
- Datum publicatie
- 16 augustus 2001
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2001:AB0157
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AB0157
- Zaaknummer
- 35551
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
Hoge Raad der Nederlanden
D e r d e K a m e r
Nr. 35551
21 februari 2001
JMH
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de rechtspersoon naar Luxemburgs recht X S.A. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 juni 1999, nr. P98/768, betreffende na te melden aanslag in de vennootschapsbelasting.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het jaar 1993 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar binnenlands bedrag van ¦ a,- welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat het beroep ongegrond heeft verklaard en de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft bij vertoogschrift het cassatieberoep bestreden.
De Advocaat-Generaal L.F. van Kalmthout heeft op 29 september 2000 geconcludeerd tot ongegrondver-klaring van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
Het Hof heeft geoordeeld dat de aftrek van de “L’impôt commercial communal sur capital d’exploitation” (hierna: ICCC) en “L’impôt sur la fortune” (hierna: IF) afstuit op een tussen belanghebbende en de Inspecteur gesloten overeen-komst. Naar het oordeel van het Hof is het aan belanghebbende niet toegestaan zonder de instemming van de Inspecteur op haar aangifte vennootschaps-belasting terug te komen, ook niet als juist zou zijn belanghebbendes stelling dat de ICCC en de IF geen belastingen zijn naar winst maar naar het vermogen.
Tegen deze oordelen zijn de middelen gericht.
’s Hofs oordelen zijn van feitelijke aard en niet onbegrijpelijk zodat zij in cassatie niet met vrucht kunnen worden bestreden.
De middelen kunnen derhalve niet tot cassatie leiden.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 21 februari 2001 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren G.J. Zuurmond, F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier W.G. Heesakkers-Kamerbeek, en op die datum in het openbaar uitgesproken.