Hoge Raad, 02-06-2006, AV6082, R05/128HR
Hoge Raad, 02-06-2006, AV6082, R05/128HR
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 2 juni 2006
- Datum publicatie
- 2 juni 2006
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2006:AV6082
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AV6082
- Zaaknummer
- R05/128HR
Inhoudsindicatie
WSNP; ontvankelijkheid van het hoger beroep van saniet tegen de vaststelling door de rechter-commissaris in een brief van de achterstand m.b.t. het betalen van de boedelbijdrage (81 RO).
Uitspraak
2 juni 2006
Eerste Kamer
Rek.nr. R05/128HR
RM/JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
1. Het geding in feitelijke instantie
Ten aanzien van verzoeker tot cassatie - verder te noemen: [verzoeker] - is de schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard.
Bij brief van 13 juni 2005 gericht aan de raadsman van [verzoeker] heeft de rechter-commissaris, belast met de schuldsanering van [verzoeker], de achterstand van [verzoeker] vastgesteld met betrekking tot het betalen van de boedelbijdrage.
Bij brief van 17 juni 2005, bij de rechtbank ingekomen op 20 juni 2005, heeft [verzoeker] tegen voornoemde beslissing van de rechter-commissaris hoger beroep ingesteld bij de rechtbank te Amsterdam.
Na behandeling van het hoger beroep op 21 september 2005, heeft de Rechtbank heeft bij beschikking van 23 september 2005 [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 2 juni 2006.