Home

Hoge Raad, 05-12-2008, BG5986, 43024

Hoge Raad, 05-12-2008, BG5986, 43024

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
5 december 2008
Datum publicatie
5 december 2008
ECLI
ECLI:NL:HR:2008:BG5986
Formele relaties
Zaaknummer
43024

Inhoudsindicatie

Art. 3, lid 1, letter a, Wet LB 1964. Aanneming van werk door onbekende personen, buiten onderneming: fictieve dienstbetrekking.

Uitspraak

nr. 43024

5 december 2008

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 22 maart 2006, nr. 04/01762, betreffende een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen.

1. Het geding in feitelijke instantie

Aan belanghebbende is over het jaar 2000 een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, alsmede een boete van 25 percent. De naheffingsaanslag en de boetebeschikking zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij gezamenlijke uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.

Het Hof heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd voor wat betreft de boete en de boetebeschikking vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

2. Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Minister van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

3. Beoordeling van de klachten

3.1. Belanghebbende betoogt in cassatie dat geen sprake is geweest van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen hem en de personen die in zijn opdracht werkzaamheden hebben verricht aan door hem verhuurde panden.

3.2. Het betoog van belanghebbende kan niet tot cassatie leiden, omdat het belang ontbeert. Het Hof heeft in onderdeel 4.5 van zijn uitspraak geoordeeld dat de onderhavige werkzaamheden, zo deze niet in privaatrechtelijke dienstbetrekking zijn verricht, tot stand zijn gebracht ingevolge een overeenkomst tot aanneming van werk door personen die niet handelden in de uitoefening van een onderneming, en voorts dat geen sprake is van werkzaamheden in de persoonlijke of huishoudelijke sfeer. Dit oordeel draagt 's Hofs beslissing zelfstandig. Het geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, voor het overige in cassatie niet op zijn juistheid worden getoetst. De tegen dit oordeel gerichte klachten falen derhalve.

4. Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

5. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap en J.W.M. Tijnagel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2008.