Hoge Raad, 09-11-2012, BW4753, 11/01418
Hoge Raad, 09-11-2012, BW4753, 11/01418
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 november 2012
- Datum publicatie
- 9 november 2012
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2012:BW4753
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BW4753
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ3646, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 11/01418
Inhoudsindicatie
Artikel 19b, lid 1, letter b, Wet LB 1964. Gedeeltelijke afkoop pensioen leidt tot belastingheffing over volledige pensioenaanspraak. De Hoge Raad doet de zaak met artikel 81 RO af.
Uitspraak
9 november 2012
nr. 11/01418
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z, België (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 18 februari 2011, nr. 09/00692, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Aan belanghebbende is voor het jaar 2004 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Het daartegen gemaakte bezwaar is bij uitspraak van de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard.
De Rechtbank te Breda (nr. AWB 08/2900) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur
vernietigd en de aanslag verminderd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
De Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen heeft op 12 april 2012 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.
Belanghebbende heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.W. van den Berge als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap, M.W.C. Feteris, R.J. Koopman en G. de Groot, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2012.