Home

Hoge Raad, 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1064, 13/02767

Hoge Raad, 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1064, 13/02767

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 mei 2014
Datum publicatie
2 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1064
Formele relaties
Zaaknummer
13/02767

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

2 mei 2014

Nr. 13/02767

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 2 mei 2013, nrs. 11/00669 en 11/00670, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 10/5278 en AWB 10/5279) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2004 opgelegde aanslag en navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing