Hoge Raad, 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1065, 13/03337
Hoge Raad, 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1065, 13/03337
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 2 mei 2014
- Datum publicatie
- 2 mei 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:1065
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:4882
- Zaaknummer
- 13/03337
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
2 mei 2014
Nr. 13/03337
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 juli 2013, nrs. 12/00231 en 12/00232, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nrs. AWB 10/3888 en 10/3889) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2006 en 2007 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.