Hoge Raad, 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1209, 13/05360
Hoge Raad, 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1209, 13/05360
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 mei 2014
- Datum publicatie
- 23 mei 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:1209
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:7342
- Zaaknummer
- 13/05360
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
23 mei 2014
Nr. 13/05360
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 september 2013, nrs. 12/00693 en 12/00694, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Utrecht (nrs. SBR 11/2955 en 11/2956) betreffende de beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2009 en 2010 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] (1 t/m 127) te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.