Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1381, 13/02768
Hoge Raad, 13-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1381, 13/02768
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 juni 2014
- Datum publicatie
- 13 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:1381
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9796, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 13/02768
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Procesrecht. Art. 27e AWR. Art. 8:77 Awb. Door Hof gemaakte schatting van de verschuldigde omzetbelasting is onbegrijpelijk; cashbacks.
Uitspraak
13 juni 2014
nr. 13/02768
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 23 april 2013, nrs. BK-12/00380, BK-12/00381, BK-12/00382 en BK-12/00383, betreffende een aan [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.
1 Het geding in feitelijke instanties
Aan belanghebbende is over de periode 1 januari 2005 tot en met 31 december 2007 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd, alsmede een boete. De naheffingsaanslag en de boetebeschikking zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur verminderd.
De Rechtbank te 's-Gravenhage (nrs. AWB 11/7839, AWB 11/7840, AWB 11/7842 en AWB 11/7844) heeft het tegen die uitspraken ingestelde beroep voor zover het de naheffingsaanslag betreft ongegrond verklaard, het beroep voor zover het de boetebeschikking betreft gegrond verklaard, de daarop betrekking hebbende uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de boete verder verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, het bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslag en de boete verder verminderd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2 Geding in cassatie
De Staatssecretaris heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
3 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
In het verweerschrift in cassatie betoogt belanghebbende dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat het beroepschrift van de Staatssecretaris niet de gronden van het beroep in cassatie bevat. Het verweer faalt, aangezien het uitgaat van een onjuiste opvatting omtrent het bepaalde in de artikelen 6:5 en 6:6 Awb.