Home

Hoge Raad, 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1465, 13/01590

Hoge Raad, 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1465, 13/01590

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
20 juni 2014
Datum publicatie
20 juni 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1465
Formele relaties
Zaaknummer
13/01590

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

20 juni 2014

Nr. 13/01590

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 februari 2013, nrs. 11/00760, 11/00761, 11/00762 en 11/00763, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nrs. AWB 08/5341, 08/5343, 08/5345 en 08/5346) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2001 tot en met 2004 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing