Home

Hoge Raad, 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1470, 14/00160

Hoge Raad, 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1470, 14/00160

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
20 juni 2014
Datum publicatie
20 juni 2014
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1470
Formele relaties
Zaaknummer
14/00160

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

20 juni 2014

Nr. 14/00160

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 5 december 2013, nr. 12/00216, betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking tot aansprakelijkstelling ingevolge de Invorderingswet 1990 voor door [A] B.V. te [Q] onbetaald gelaten naheffingsaanslagen in de loonbelasting en de omzetbelasting over tijdvakken, gelegen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 november 2009, alsmede de daarbij opgelegde boetes en in rekening gebrachte kosten en rente.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat niet de gronden van het beroep.

Bij aangetekende brief van 2 april 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim te herstellen. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2014.