Hoge Raad, 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:241, 13/00872
Hoge Raad, 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:241, 13/00872
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 7 februari 2014
- Datum publicatie
- 7 februari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:241
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0362
- Zaaknummer
- 13/00872
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
7 februari 2014
Nr. 13/00872
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 18 januari 2013, nrs. 11/00661, 11/00662 en 11/00663, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda (nrs. 10/542, 10/543 en 10/544) betreffende aan belanghebbende voor de jaren 2005 tot en met 2007 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.