Home

Hoge Raad, 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:247, 12/01313

Hoge Raad, 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:247, 12/01313

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
7 februari 2014
Datum publicatie
7 februari 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:247
Formele relaties
Zaaknummer
12/01313

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

7 februari 2014

Nr. 12/01313

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van de Fiscale eenheid [X1] B.V. en [X2] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 27 januari 2012, nr. 10/00778, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Breda (nr. AWB 09/4689) betreffende de aan belanghebbende over het tijdvak 1 juli 2007 tot en met 31 juli 2007 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (zie HR 31 januari 2014, nr. 12/01314, ECLI:NL:HR:2014:145).

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing