Hoge Raad, 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:252, 13/02255
Hoge Raad, 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:252, 13/02255
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 7 februari 2014
- Datum publicatie
- 7 februari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:252
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:BZ6349
- Zaaknummer
- 13/02255
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
7 februari 2014
Nr. 13/02255
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, van 26 maart 2013, nr. 12/00060, betreffende een beschikking als bedoeld in artikel 20b, lid 1, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
1 Het geding in feitelijke instanties
De Inspecteur heeft, gelijktijdig met het vaststellen van de aanslag in de vennootschapsbelasting van belanghebbende voor het jaar 2003, het bedrag van het verlies van dat jaar bij beschikking vastgesteld. Het bedrag van het verlies is, na tegen de beschikking gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur verhoogd.
De Rechtbank te Breda (nr. AWB 07/2234) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.
Dit Hof (nr. 08/00682) heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.
2 Het eerste geding in cassatie
De uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch is op het beroep van belanghebbende bij arrest van de Hoge Raad van 20 januari 2012, nr. 10/01694, ECLI:NL:HR:2012:BV1386, BNB 2012/115, vernietigd, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof te Arnhem (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.
3 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.