Hoge Raad, 12-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2692, 13/02757
Hoge Raad, 12-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2692, 13/02757
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 september 2014
- Datum publicatie
- 18 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2692
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9967
- Zaaknummer
- 13/02757
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
12 september 2014
Nr. 13/02757
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 25 april 2013, nr. 12/00135, op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda (nr. AWB 10/946) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2000 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij één middel voorgesteld.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De Staatssecretaris heeft een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaken met nummers 13/02754 en 13/02755 met de onderhavige zaak samenhangen in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.