Hoge Raad, 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2716, 14/00246
Hoge Raad, 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2716, 14/00246
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 september 2014
- Datum publicatie
- 19 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2716
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:9036
- Zaaknummer
- 14/00246
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
19 september 2014
Nr. 14/00246
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 november 2013, nrs. 12/00293, 12/00294, 12/00295, 12/00296, 12/00297 en 12/00298, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Leeuwarden (nrs. AWB 11/1487, AWB 11/1488, AWB 11/1489, AWB 11/1490, AWB 11/1491 en AWB 11/1492) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2003 tot en met 2008 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.