Hoge Raad, 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2717, 14/00553
Hoge Raad, 19-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2717, 14/00553
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 september 2014
- Datum publicatie
- 19 september 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:2717
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2013:6117
- Zaaknummer
- 14/00553
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
19 september 2014
Nr. 14/00553
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 december 2013, nrs. 10/00090 en 10/00095, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda (nr. AWB 05/2586) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1990 tot en met 1993 en 2000 tot en met 2002 opgelegde belastingaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de over de jaren 1991 tot en met 1994 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting en de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging dan wel boetebeschikkingen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.