Home

Hoge Raad, 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2793, 14/02788

Hoge Raad, 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2793, 14/02788

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
26 september 2014
Datum publicatie
26 september 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:2793
Formele relaties
Zaaknummer
14/02788

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

26 september 2014

Nr. 14/02788

Arrest

gewezen op het door [X] te [Z] ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 17 april 2014, nrs. 13/00231 tot en met 13/00236, betreffende een zestal aan [A] te [Q], Duitsland, uitgereikte uitnodigingen tot betaling (UTB’s).

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.

Bij aangetekende brief van 10 juni 2014, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na de dagtekening van deze brief te herstellen. Die termijn eindigde op 22 juli 2014.

Nu herstel van het verzuim niet tijdig heeft plaatsgevonden – de op 24 juli 2014 bij de Hoge Raad ingekomen brief wordt als te laat ingekomen buiten beschouwing gelaten –, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2014.