Home

Hoge Raad, 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2801, 14/00328

Hoge Raad, 26-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2801, 14/00328

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
26 september 2014
Datum publicatie
26 september 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:2801
Formele relaties
Zaaknummer
14/00328

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

26 september 2014

Nr. 14/00328

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 december 2013, nrs. 12/00244 en 12/00250, op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank Arnhem (nrs. AWB 11/598 en 11/600) betreffende ten aanzien van belanghebbende genomen beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Nijmegen voor de jaren 2009 en 2010 betreffende de onroerende zaak aan de Weg door [a-straat 1] te [Z].

1 Geding in cassatie

Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld.

Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. Zij heeft tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld.

Het College heeft in het principale beroep een conclusie van repliek ingediend. Het heeft tevens schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidentele beroep naar voren gebracht.

Belanghebbende heeft in het incidentele beroep in cassatie een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen in het principale beroep en in het incidentele beroep

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

Het College zal wat betreft het principale beroep in cassatie worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.

4 Beslissing

De Hoge Raad:

verklaart beide beroepen in cassatie ongegrond, en

veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 974 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2014.

Van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen wordt een griffierecht geheven van € 478.