Home

Hoge Raad, 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2878, 13/02213

Hoge Raad, 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2878, 13/02213

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
3 oktober 2014
Datum publicatie
3 oktober 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:2878
Formele relaties
Zaaknummer
13/02213

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

3 oktober 2014

Nr. 13/02213

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 maart 2013, nr. 11/00844, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. 10/6005) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2005 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

De Staatssecretaris heeft geen conclusie van dupliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing