Home

Hoge Raad, 17-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3007, 14/01237

Hoge Raad, 17-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3007, 14/01237

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 oktober 2014
Datum publicatie
17 oktober 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:3007
Formele relaties
Zaaknummer
14/01237

Inhoudsindicatie

HR: art. 81RO.

Uitspraak

17 oktober 2014

nr. 14/01237

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 februari 2014, nr. 13/00847, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 11/5436) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing