Hoge Raad, 21-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3336, 14/03414
Hoge Raad, 21-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3336, 14/03414
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 november 2014
- Datum publicatie
- 21 november 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:3336
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:4205
- Zaaknummer
- 14/03414
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
21 november 2014
Nr. 14/03414
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 mei 2014, nrs. 13/00883, 13/00885 en 13/00886, betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2006, 2008 en 2010 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Libari, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2014.