Hoge Raad, 28-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3443, 13/03676
Hoge Raad, 28-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3443, 13/03676
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 november 2014
- Datum publicatie
- 28 november 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:3443
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:CA3918
- Zaaknummer
- 13/03676
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 november 2014
Nr. 13/03676
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Verenigd Koninkrijk (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 13 juni 2013, nr. 12/00259, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 10/1949) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2002 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. F.C. van der Bogt, advocaat te Rotterdam.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.