Hoge Raad, 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3647, 14/02467
Hoge Raad, 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3647, 14/02467
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19 december 2014
- Datum publicatie
- 19 december 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:3647
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2014:2569
- Zaaknummer
- 14/02467
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
19 december 2014
Nr. 14/02467
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] N.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden van 25 maart 2014, nr. 13/00829, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (nr. UTR 13/419) betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2012 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Q].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.