Home

Hoge Raad, 21-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:386, 13/01379

Hoge Raad, 21-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:386, 13/01379

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
21 februari 2014
Datum publicatie
21 februari 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:386
Formele relaties
Zaaknummer
13/01379

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

21 februari 2014

Nr. 13/01379

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 30 januari 2013, nr. BK‑11/00240, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te ’s-Gravenhage (nr. AWB 10/2430 IB/PVV) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2006 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing