Hoge Raad, 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:421, 13/02110
Hoge Raad, 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:421, 13/02110
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 februari 2014
- Datum publicatie
- 28 februari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:421
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ6599
- Zaaknummer
- 13/02110
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 februari 2014
Nr. 13/02110
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 6 maart 2013, nrs. BK‑12/00290 en BK‑12/00291, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te ’s-Gravenhage (nrs. AWB 11/1808 en 11/1809) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2002 en 2004 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.