Hoge Raad, 14-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:607, 13/03987
Hoge Raad, 14-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:607, 13/03987
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 maart 2014
- Datum publicatie
- 14 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:607
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:5464
- Zaaknummer
- 13/03987
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 maart 2014
Nr. 13/03987
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 juli 2013, nr. 11/00333, 11/00342 en 11/00344, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Leeuwarden (nr. AWB 10/1946 tot en met 10/1948) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2005 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. Nu deze conclusie bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.