Hoge Raad, 17-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:66, 13/01832
Hoge Raad, 17-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:66, 13/01832
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 januari 2014
- Datum publicatie
- 17 januari 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:66
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:BZ3581, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 13/01832
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
17 januari 2014
Nr. 13/01832
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 februari 2013, nr. 12/00036, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nrs. AWB 10/1265 en AWB 10/1297) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2006 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. Nu deze conclusie bij de Hoge Raad na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.