Hoge Raad, 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:722, 13/02583
Hoge Raad, 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:722, 13/02583
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 maart 2014
- Datum publicatie
- 28 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:722
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:BZ8881
- Zaaknummer
- 13/02583
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 maart 2014
Nr. 13/02583
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van Stichting [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 april 2013, nr. 12/00657, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nr. AWB 11/4358) betreffende een door belanghebbende op aangifte voldaan bedrag aan overdrachtsbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.