Hoge Raad, 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:745, 13/04898
Hoge Raad, 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:745, 13/04898
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 maart 2014
- Datum publicatie
- 28 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:745
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2013:6664
- Zaaknummer
- 13/04898
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
28 maart 2014
Nr. 13/04898
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 september 2013, nr. 12/00704, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Arnhem (nr. AWB 12/1931) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in het recht van successie.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.