Hoge Raad, 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:813, 13/04369
Hoge Raad, 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:813, 13/04369
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 4 april 2014
- Datum publicatie
- 4 april 2014
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:813
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2013:4629
- Zaaknummer
- 13/04369
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
4 april 2014
Nr. 13/04369
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 27 augustus 2013, nr. BK-12/00891, betreffende beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2010 tot en met 2012 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Q].
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2014.