Home

Hoge Raad, 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:885, 13/04189

Hoge Raad, 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:885, 13/04189

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 april 2014
Datum publicatie
11 april 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:885
Formele relaties
Zaaknummer
13/04189

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

11 april 2014

Nr. 13/04189

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 23 juli 2013, nr. 12/00714, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda (nr. AWB 12/1407) betreffende een op de voet van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen aan belanghebbende opgelegde informatiebeschikking voor de jaren 2006 tot en met 2010.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

Na het verstrijken van de voor de motivering van het beroep in cassatie gestelde termijn heeft belanghebbende nog een geschrift ingediend. Op dit stuk slaat de Hoge Raad geen acht.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing