Home

Hoge Raad, 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:890, 13/04890

Hoge Raad, 11-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:890, 13/04890

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
11 april 2014
Datum publicatie
11 april 2014
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:890
Formele relaties
Zaaknummer
13/04890

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

11 april 2014

Nr. 13/04890

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 6 september 2013, nr. 12/00358, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda (nr. AWB 11/3148) betreffende de aan belanghebbende over het jaar 2005 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing