Hoge Raad, 18-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:932, 13/04406
Hoge Raad, 18-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:932, 13/04406
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 april 2014
- Datum publicatie
- 18 april 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:932
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:3992
- Zaaknummer
- 13/04406
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
18 april 2014
Nr. 13/04406
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 24 oktober 2013, nr. 12/00282, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 11/203) betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2010 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.