Home

Hoge Raad, 17-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1060, 14/03677

Hoge Raad, 17-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1060, 14/03677

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 april 2015
Datum publicatie
17 april 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:1060
Formele relaties
Zaaknummer
14/03677

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

17 april 2015

Nr. 14/03677

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Cyprus (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 12 juni 2014, nrs. 13/00315 t/m 13/00322, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. 11/6661 t/m 11/6668) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 1995 tot en met 2002 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en voor de jaren 1999 tot en met 2001 opgelegde boeten.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing