Home

Hoge Raad, 17-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1069, 14/00445

Hoge Raad, 17-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1069, 14/00445

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
17 april 2015
Datum publicatie
17 april 2015
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:1069
Formele relaties
Zaaknummer
14/00445

Inhoudsindicatie

Art. 81 lid 1 RO. Art. 22 lid 3 Invorderingswet 1990. Executoriaal beslag door Ontvanger op gepachte inventaris voor loonbelastingschuld. Reële eigendom van derde? Art. 22.8.10 Leidraad Invordering 2008.

Uitspraak

17 april 2015

Eerste Kamer

14/00445

LZ/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

DE ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST/MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF,kantoorhoudende te Amsterdam,

EISER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,

advocaat: mr. J.W.H. van Wijk,

t e g e n

[verweerster],gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,

advocaat: mr. Y.E.J. Geradts.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Ontvanger en [verweerster].

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 505056/HA ZA 11-2766 van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2012 en 14 november 2012;

b. het arrest in de zaak 200.125.499/01 van het gerechtshof Amsterdam van 8 oktober 2013.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft de Ontvanger beroep in cassatie ingesteld. [verweerster] heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.

Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor de Ontvanger mede door mr. G.C. Nieuwland.

De conclusie van de waarnemend Advocaat-Generaal A. Hammerstein strekt tot verwerping van het principaal beroep.

De advocaat van de Ontvanger heeft bij brief van 27 februari 2015 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel in het principale beroep

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.

4 Beslissing