Hoge Raad, 23-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:109, 14/02958
Hoge Raad, 23-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:109, 14/02958
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23 januari 2015
- Datum publicatie
- 23 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:109
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:1606
- Zaaknummer
- 14/02958
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
23 januari 2015
Nr. 14/02958
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal (hierna: het College) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 1 mei 2014, nr. 12/00622, op het hoger beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 12/668) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken voor het jaar 2011 en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Bloemendaal voor het jaar 2011 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Q].
1 Geding in cassatie
Het College heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Het College heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.