Hoge Raad, 22-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1280, 14/05619
Hoge Raad, 22-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1280, 14/05619
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22 mei 2015
- Datum publicatie
- 22 mei 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:1280
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2014:4199
- Zaaknummer
- 14/05619
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
22 mei 2015
Nr. 14/05619
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], België (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 9 oktober 2014, nr. 12/00651, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda (nr. AWB 12/584) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.