Hoge Raad, 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:145, 14/00097
Hoge Raad, 30-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:145, 14/00097
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 30 januari 2015
- Datum publicatie
- 30 januari 2015
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:145
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2013:5804
- Zaaknummer
- 14/00097
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
30 januari 2015
Nr. 14/00097
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 november 2013, nr. 12/00669, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda (nr. AWB 10/3589) betreffende een aan belanghebbende over de periode 1 januari 2003 tot en met 30 september 2004 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.